Windpark van 600 MW nodig voor 5% waterstof in gascentrales

Vanaf 2030 moeten Nederlandse gascentrales 1% waterstof bijmengen. In 2032 loopt dit op tot minimaal 5%. Het is een van de maatregelen van het kabinet Schoof om extra CO2-reductie te bewerkstelligen in 2030.
Veel van de vrijdag 25 april 2025 gepresenteerde extra klimaatmaatregelen waren al uitgelekt. De waterstofbijmengverplichting voor gascentrales had ik echter nog niet op de radar. Het is ook niets om enthousiast over te raken.
Bijstoken van een beetje waterstof in elektriciteitscentrales is net zo koddig als bijmengen van waterstof in het aardgasnet voor CV-ketels. De verbrandingswaarde van waterstof is zo’n 66% kleiner dan die van aardgas. Bijmengen van 1% of 5% waterstof bespaart dus respectievelijk slechts 0,3% en 1,5% CO2-uitstoot in de gascentrales.
Onderling verrekenen maakt de opgave haalbaar(der)
In 2030 en ook in 2032 zijn nog lang niet alle gascentrales aangesloten op het landelijke waterstofnet. Aanvoeren van waterstof per vrachtwagen of produceren van waterstof nabij de gascentrale is een optie. Handel in de verplichte kuubs waterstof is echter ook toegestaan. Een gascentrale die meer dan het verplichte percentage waterstof verstookt, mag de bovenwettige kuubs waterstof verrekenen met een centrale die 100% aardgas blijft stoken.
Voorlopig kunnen we alle duurzame waterstof die beschikbaar komt ruimschoots kwijt in bestaande kunstmestfabrieken en olieraffinaderijen.
Er komt echter een moment dat de al verregaand verduurzaamde elektriciteitsproductie helemaal CO2-vrij moet zijn. Een duurzaam elektriciteitssysteem met veel wind-, kern- en zonne-energie heeft dan ook CO2-vrij regelbaar vermogen nodig.
Gascentrales op waterstof gooien hier hoge ogen. Het verrekeningssysteem voor de bijmengverplichting biedt hoop dat enkele exploitanten van gascentrales op termijn met zinvollere percentages waterstof gaan oefenen, bijvoorbeeld 50% of nog liever direct 100% in een gemoderniseerde gasturbine of in een set nieuwe gasmotoren.
Het vorige kabinet besloot dat de Nederlandse elektriciteitssector in 2035 CO2-vrij moet zijn. Kabinet Schoof houdt dat streefdoel wonderlijk genoeg nog steeds aan. De stap van 5% in 2032 naar 100% CO2-vrij in 2035 doet echter vermoeden dat dit streefdoel binnenskamers stiekem toch echt wel losgelaten is.
De voor de ombouw van gascentrales tot waterstofcentrales gereserveerde €780 mln subsidie – beschikbaar voor centrales die meer dan het verplichte percentage waterstof stoken – is in ieder geval niet meer dan een fooi. De verdiencapaciteit van gascentrales die ‘gewoon’ aardgas stoken staat al onder druk.
In 2032 moet al een flink windpark draaien voor de bijmengverplichting
In 2024 leverden gascentrales 43 miljard kilowattuur (kWh) elektriciteit. De kolencentrales leverden vorig jaar bijna 10 miljard kWh en moeten voor 2030 sluiten. Om een een gevoel te krijgen bij de omvang van de bijmengverplichting neem ik aan dat het benodigde regelbaar vermogen in 2030 en 2032 ruwweg 50* miljard kWh bedraagt, en dat gascentrales dit volledig invullen. In 2030 moet dan 0,2 miljard kWh uit waterstof komen. In 2032 al 0,8 miljard kWh.
Daar is in 2032 – uitgaande van een rendement van 60% in de gascentrales – zo’n 42.000 ton hernieuwbare (groene) waterstof per jaar voor nodig. Dat vergt ruwweg een elektrolyser en een offshore windpark van 600 megawatt.
Het zal er om spannen of er in 2032 al zoveel elektrolysevermogen in bedrijf is in Nederland. Voorlopig is slechts 200 megawatt in aanbouw. Investeringsbeslissingen voor kleinere projecten zijn genomen, maar nog niet genoeg om op te tellen tot 600 megawatt.
Als ook (blauwe) waterstof geproduceerd uit aardgas met CO2-opslag binnen de bijmengverplichting toelaatbaar is, kan het CO2-opslagproject Porthos uitkomst bieden. Dit project komt naar verwachting komend jaar in bedrijf en ontvangt voornamelijk CO2 van waterstofproducenten in de Rotterdamse haven.
Waterstofcertificaten voor vergroenen of verblauwen hoogovengas?
Enkele Nederlandse gascentrales voldoen nu al aan de bijmengverplichting voor 2032. De centrales IJmond (144 megawatt) en Velsen 25 (380 megawatt) verstoken hoogovengas dat vrijkomt bij de staalproductie van Tata Steel.
Dit hoogovengas ontstaat bij de productie van ruwijzer uit erts en steenkool en bestaat uit ruwweg 5% waterstof en 20% koolmonoxide. De rest van het volume (vooral stikstof en CO2) draagt niet bij aan de verbrandingswaarde.
Je zou dus kunnen stellen dat de hoogovengascentrales altijd al 20% waterstof bijstoken. Omdat de staalproductie vrijwel jaarrond doorloopt, ontstaat er ook vrijwel continu hoogovengas. Dat doet vermoeden dat de hoogovengasturbines een hoge benutting (kunnen) halen. Een goeie 4 miljard kWh per jaar samen is mogelijk.
Schrijf 20% daarvan toe aan waterstof en de bijmengverplichting voor 2032 is precies gedekt, mits we de steenkoolwaterstof uit het hoogovengas van Tata Steel als hernieuwbaar of CO2-vrij kunnen beschouwen.
En ook dat kan, want de groene en (waarschijnlijk) ook de blauwe premiumlabels van waterstof zijn los verhandelbaar. Een producent van duurzamere waterstof kan garanties van oorsprong verkopen. Met die certificaten is het waterstofdeel van het hoogovengas groen of blauw te wassen. De hoogovengascentrales kunnen de waterstof-elektriciteitsproductie boven de 5%-verplichting vervolgens weer verkopen aan de concurrentie, die 100% aardgas blijft stoken.
Als ik geen denk- en rekenfouten heb gemaakt, is de aangekondigde bijmengverplichting voor 2030 en 2032 dus nu al puur administratief in te vullen. Zonder dat er in de echte wereld een kuub waterstof extra een gascentrale ingaat.
En dat is in dit geval misschien maar goed ook.
Bron: Rijksoverheid / Imagecredit: WattisDuurzaam.nl
Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.