Rampplek Tsjernobyl als eindberging voor Europees kernafval
Update: De Europese Unie verplicht alle lidstaten een gedegen plan te presenteren voor de definitieve opslag van radioactief afval. Nederland overweegt een betaalbare oplossing in samenwerking met andere EU-landen.
Update 6 januari 2017: Nederland is met Ierland, Polen, Italië, Slovenië en Bulgarije in gesprek over samenwerking rond kernafval. Dat zegt het ministerie van Infrastructuur en Milieu in het Financieele Dagblad.
Met eigenlijk alleen de kerncentrale in Borssele en de onderzoeksreactor in Petten heeft Nederland relatief weinig nucleair afval. Dit afval slaan we tijdelijk bovengronds op in Zeeland. Met de internationale gesprekspartners bestudeert het ministerie of het voor de definitieve opslag goedkoper is om het afval van meerdere landen samen te voegen.
Oorspronkelijk bericht: In 2011 won ik met een studententeam een kleine prijsvraag rond de eindberging van ons kernafval. Onze oplossing was de opslag van niet alleen het Nederlandse maar het leeuwendeel van het Europese kernafval op de rampplek bij Tsjernobyl, waar in 1986 een kernreactor ontplofte. In het kader van publieksparticipatie zet ik (in 2014) de voordelen, gevoeligheden en open eindjes van ons plan op een rij.
Naar aanleiding van het artikel in het FD is dit stuk aangevuld met video’s en recente ontwikkelingen en deels herschreven.
De gigantische uitdagingen van nucleair afval
Vanuit milieu- en klimaatoogpunt kent kernenergie grote voordelen én grote nadelen. Dit artikel gaat niet over de (on)wenselijkheid van kerncentrales maar over de nucleaire afvalbergen. Die zijn in de afgelopen 50 jaar gestaag gegroeid en dat probleem is niet opgelost als de wereld morgen collectief besluit te stoppen met kernenergie. En ook dan blijven ziekenhuizen, rookmelders en de wetenschap nog laag-, midden- en soms hoog radioactief afval produceren.
Het eerste probleem van nucleair afval is dat het tienduizenden jaren gevaarlijk blijft stralen. Elke eindberging moet minstens 50 keer zo lang onaangetast blijven als de graftombe van Toetanchamon.
De meest voor de hand liggende optie om het afval binnen Nederland op te slaan is in een heel diep gat, in een zeer stabiel veronderstelde grondlaag. En daar botsen we met de tweede grote uitdaging. De angst voor kernstraling is enorm. Niemand duldt dit ongrijpbaar enge spul ‘in zijn achtertuin’. Toevoeging 7 januari 2017: Tenzij er een groot aantal zeer permanente banen tegenover staat, aldus het vervolgartikel in het FD. De vaak zo verstandige Zweden willen ook eens dansen op de vulkaan.
Twee beladen vliegen in één klap
Ons team van ingenieurs in wording had alle vertrouwen in een technische oplossing voor de gevraagde eindberging. Daarom ging de aandacht primair uit naar de menselijke kant van het probleem. In een brainstorm over gebieden waar mensen de minste bezwaren tegen kernstraling hebben, kwam Tsjernobyl bovendrijven. In de verboden zone rond de ontplofte kernreactor wil en mag sowieso niemand een achtertuin hebben.
Natuurlijk is het cru om het land dat als geen ander de gevaren van kernenergie kent op te zadelen met de stralende troep van een een heel continent. Aan de andere kant is er juist door die kernramp een grondstuk ter grootte van Drenthe voor honderden, zo niet duizenden jaren onbruikbaar geraakt. Tsjernobyl is daarom binnen de EU dé plek waar kernafval het minst kwaad doet. Simpelweg omdat het er al zoveel kwaad heeft gedaan.
De tweede reden waarom Tsjernobyl een geschikte locatie is, heeft ook direct met de kernramp te maken. In de jaren na de meltdown is er een provisorische bescherming om de rampreactor gebouwd om verspreiding van radioactief materiaal te beperken. Dit bouwsel bleek al snel niet te voldoen, waarna er op kosten van de internationale gemeenschap een enorme tweede omhulling is gebouwd. Deze sarcofaag is in november 2016 op zijn plaats geschoven.
De coördinatie van het project was in handen van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD). De bouw van de sarcofaag heeft zes jaar geduurd en er werkten uiteenlopende Europese multinationals aan mee. Via de EBRD hebben meer dan 40 landen samen € 1,5 mrd voor het project bij elkaar gebracht. Tsjernobyl is kortom al jaren het centrum van een bijzonder grootschalige Europese samenwerking.
Problemen verplaatsen tegen een goede prijs
Tsjernobyl is binnen het continent een van de eerste plaatsen waar nucleaire eindberging ‘geregeld is’. Het gaat hier om zoveel besmet en uitgespreid materiaal dat verplaatsen simpelweg ondenkbaar is.
Eén definitieve opslag voor kernafval is dus gevonden en Oekraïne heeft pragmatisch al besloten de ramplocatie ook te gebruiken als berging voor opgestookte splijtstaven uit kerncentrales elders in het land. Daarnaast biedt de verboden zone, 30 kilometer rond de rampreactor, goedkope grond voor zonneparken en plek genoeg om veel meer radioactief afval op te slaan.
EU-lidstaten zetten nu ieder voor zich geld op zij voor berging van eigen nucleair afval op eigen grond. Een centraal georganiseerde oplossing is, inclusief gemeenschappelijk beheer, beveiliging en transport van het afval, hoogstwaarschijnlijk goedkoper. Voor Oekraïne blijft dan een passende compensatie over, waarmee het land weer inkomsten genereert met het gebied dat al 30 jaar goeddeels is afgeschreven.
De reis tot de berging is te overzien
De energiedichtheid van uranium is groot. Een paar brokjes spijtstof per jaar zijn genoeg om een gezin van elektriciteit te voorzien. Om de hoek bij de kerncentrale van Borsele regelt Covra (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval) de tijdelijke, bovengrondse opslag van afgewerkt uranium en ander radioactief restmateriaal.
Voordat de splijtstofstaven definitief onbruikbaar zijn, worden ze echter eerst een aantal keren ‘opgewerkt‘. Dit opwerken gebeurt in Cap de la Hague, aan de Franse kust. Een kleine 1.800 kilometer heen en terug vanuit Zeeland.
Dat zet de 2.100 kilometer van Covra tot aan Tsjernobyl in perspectief. Het is ver maar het is te doen, en het is bovendien eenrichtingsverkeer. Een goed beveiligde trein die een route volgt langs verschillende tijdelijke opslagplaatsen kan met een beperkt aantal ritten per jaar al het opgespaarde Europese afval naar Tsjernobyl brengen.
Bloedlink toch, met Poetin om de hoek?
Natuurlijk speelt er in Oekraïne meer dan alleen de langzaam vervagende kernramp. Een nucleaire opslag, met onvermijdelijk militaire beveiliging, ligt in deze oostelijke uithoek van Europa geopolitiek gevoelig.
https://youtu.be/4Qwg4oERhvw
Daarom kan het juist ook een krachtig statement zijn. Het komt in ieder geval overtuigender over dan het probleem tot 2130 voor ons uit te schuiven. Voor de goede vrede is het optimaal om Rusland in de EU-samenwerking te betrekken. Ook Poetin heeft kernafval en ook Poetin heeft dus belang bij een veilige eindberging. Als die mede-gecontroleerd wordt door de EU of de Verenigde Naties slapen veel mensen daar vast prettiger om.
Kernafval is uiteindelijk een probleem voor de hele wereld. In plaats van honderden suboptimale kleine bergingen te verplichten, zou de VN kunnen afdwingen de eindoplossing centraal aan te pakken. Dat is voor de wereld als geheel goedkoper en veiliger en voor onherstelbaar getroffen gebieden een economische kans
Naast Tsjernobyl zijn er wereldwijd twee belangrijke kernrampen geweest; Three Mile Island en Fukushima. Samen met Tsjernobyl toevalligerwijs voor elk continent dat veel kernenergie gebruikt één locatie die de gevolgen van nucleaire rampen voor altijd met zich meedraagt. De impact van Three Mile Island is (gelukkig) misschien te klein geweest om de omgeving echt af te schrijven maar Tsjernobyl en Fukushima hebben niet veel te verliezen en dus een en ander te winnen als eindberging.
Blijft er nog één grote uitdaging over. Wie ontwerpt er een robuuste sticker die de archeologen van de verre toekomst begrijpelijk en overtuigend waarschuwt dat ze hier toch echt de nieuwsgierigheid moeten bedwingen. Want deze ‘Vloek van Toetanchamon‘ is geen mythe en blijft nog tienduizenden jaren geldig.
Bron: FD, NOS, Rijksoverheid / Imagecredit: Amort1939, via Pixabay Creative Commons
Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Het zou inderdaad eigenlijk ergens wel logisch zijn als we gewoon ons afvalprobleem aan de Oekraïners “verkopen” in ruil voor het financieel ondersteunen van een zoveel mogelijk definitieve oplossing voor het probleem van de gesmolten reactorkern. Wat dan toch wel weer een probleempje kan gaan worden is dat bij mijn weten zo ongeveer al het zoet water van de Oekraïne onder Prypiat (Tsjernobyl) te vinden is. Ik kan me er wel iets bij voorstellen dat de regering en bevolking dan wel extra huiverig is over meer afval. (waarom ze een enorme kernreactor op het enige serieuze zoetwater reservoir van de Oekraïne hebben neergezet kan ik ook weer niet echt verhelderen, oké koelwater, maar dan is een rivier ook wel dikke prima toch?