Af en toe elektriciteit exporteren bij negatieve prijzen is geen punt
Dit artikel verscheen eerder op het Engelstalige blog van Boerman.dev en is met toestemming vertaald en overgenomen.
Gastbijdrage: Veel zonnestroom, negatieve prijzen en dan elektriciteit exporteren. Klinkt als een dure grap maar dat valt nogal mee, beschrijft Frank Boerman. Naast zijn werk bij netbeheerder TenneT schrijft Frank in zijn vrije tijd publieke analyses over de elektriciteitsmarkt.
Onlangs beschreef lector Martien Visser, een bekende deelnemer aan het energiedebat, in tweets en een column zijn visie dat de huidige dagvooruitmarktinrichting geen verdienmodel maar een verliesmodel vormt voor Nederland. Hij is niet de enige, dit sentiment is wijdverbreid op sociale media. Hoewel ik het ermee eens ben dat in een door hernieuwbare energie gedomineerd systeem verbeteringen aan het huidige marktmechanisme denkbaar zijn, ben ik het er niet mee eens dat het huidige mechanisme slecht is. Ook niet voor Nederland. In dit bericht presenteer ik enkele cijfers om dat te ondersteunen.
Netto omzet voor Nederland uit export van elektriciteit
Europa streeft een geïntegreerde elektriciteitsmarkt na. Een groot deel van de handel in elektriciteit over landgrenzen loopt in Europa via Single Day-ahead Coupling (SDAC) van de beschikbare hoogspanningsverbindingen tussen buurlanden.
Een paar maanden geleden stelde mijn collega Joost Greunsven een mooie manier voor om de inkomsten van alle SDAC-grensuitwisselingen voor Nederland te visualiseren, zoals hier beschreven. Dit is een spreidingsdiagram waarin elk uur van het jaar wordt weergegeven als een punt op een schaal van import/export versus de inkomsten (som van alle grensstromen keer de dagvoorruit-prijs). Ik heb een webapp gemaakt om dergelijke cijfers weer te geven voor meer handelszones die je hier kunt vinden. Figuur 1 toont zo’n spreidingsdiagram voor Nederland in de eerste helft van 2023.
Deze plot kan opgesplitst worden in vier kwadranten. Linksboven (kwadrant I) toont stroomimport tegen een negatieve prijs, rechtsboven (kwadrant II) is export met positieve prijs, linksonder (kwadrant III) is import met positieve prijs en rechtsonder (kwadrant IV) export met negatieve prijs. Import en export tegen positieve prijzen (Kwadrant II en III) zijn voor de meeste mensen ‘normale’ transacties en komen ook verreweg het meest voor. Handel tegen negatieve prijzen (Kwadrant I en IV) komt echter ook voor, doordat de markt optimaliseert voor de hele regio en niet alleen voor een enkele zone. Het kan bijvoorbeeld gunstig zijn voor de hele regio als sommige zones exporteren met negatieve prijzen.
Het kernargument van tegenstanders van het huidige marktontwerp is dat kwadrant IV met een hoge invoeding van hernieuwbare energie zo groot wordt dat het een nettoverlies is voor Nederland. Wanneer Nederland stroom exporteert tegen een negatieve prijs, betalen wij voor stroomexport en subsidiëren we in feite stroomverbruik in onze buurlanden. Dit gebeurt meestal wanneer grote hoeveelheden gesubsidieerde stroom op de markt komen. In Nederland is dat vooral zonnestroom.
Uit de titel van figuur 1 blijkt al dat de overall business case voor NL nog vrij positief is. De som van de netto-omzet is een positieve €434,4 mln. In onderstaande figuur 2 is een uitsplitsing per kwadrant weergegeven in een watervaldiagram.
Hier kunnen we duidelijk zien dat kwadrant IV vrij klein is in vergelijking met de grote export en import met positieve prijskwadranten. In feite is kwadrant IV, uitgedrukt in relatieve aantallen, slechts 2,7% van de totale absolute som van alle inkomstenpunten. Dit is slechts 2,9% van alle uren in de eerste helft van 2023 en telt op tot €24,64 mln aan export tegen negatieve prijzen. Dat dit volume zo beperkt is, is geen historische toevalstreffer. In figuur 3 is de netto omzet van de afgelopen 5 jaar uitgezet tegen de totale exportomzet met daarnaast een negatieve prijs. De uitkomst in 2023 betreft een recordhoogte, maar het volume is nog steeds erg klein.
Hier is duidelijk te zien dat dit deel altijd klein is geweest. Bovendien hebben we de afgelopen vier jaar een positieve netto-omzet uit SDAC-interacties gezien. Het jaar 2022 is hier uitzonderlijk hoog door de extreem hoge prijzen dat jaar met de gascrisis. Op basis hiervan zou ik willen stellen dat het huidige marktontwerp nog steeds gunstig is voor de Nederland. Nu wordt wel eens het argument aangevoerd dat dit omzetverlies vooral op de belangrijke uren met pieken zonnestroom zit en dat NL vooral ’s nachts winst maakt, met zijn gasturbines. Onderstaande figuur 4 geeft de opgetelde omzet in NL per uur van de dag weer. Dit figuur laat duidelijk zien dat NL juist rond het middaguur de meeste positieve omzet maakt als de zonnestroom piekt. Er is zelfs geen uur dat een negatieve som heeft.
SDAC-inkomsten in het buitenland
Al die export betekent ook dat sommige zones netto-importeurs zijn. Een goed voorbeeld hiervan is onze grote buur Duitsland. Vroeger had Duitsland een positieve netto-omzet, maar dit jaar importeert het zelfs meer dan het exporteert. Dit resulteert in de uitsplitsing in figuur 5. Maar zelfs voor Duitsland is het soms optimaal dat het exporteert met negatieve prijzen. Kwadrant IV is echter relatief kleiner dan Nederland en vertegenwoordigt 0,47% van de totale absolute omzet.
Bron: Frank Boerman / Imagecredit: Jack B, via Unsplash Public Domain
- Geef je oude smartphone een duurzaam tweede leven - 31 okt 2024
- Meer energiebewust en betere timing met een slimme meter - 21 aug 2024
- Gasloos warm water in je huis - 01 aug 2024
Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Een verhelderend verhaal. Ik had ook al last van mensen die met het verhaal kwamen dat NL zichzelf in de voet schoot door export met negatieve prijzen toe te staan. Mijn dank.