Offshore windpark en CO2-opslag zitten elkaar letterlijk in de weg

Chris Sabor, via Unsplash Public Domain

Een conflict tussen het Britse olieconcern BP en het Deense energiebedrijf Ørsted over het gebruik van een deel van de Noordzee ondermijnt het bereiken van de Britse klimaatdoelen. Projecten voor CO2-opslag en wind op zee overlappen.

Dubbele boeking

Beide bedrijven hebben zo’n tien jaar geleden licenties verkregen voor een project in hetzelfde gebied van de Britse Noordzee.

BP wil hier het CO2-opslagproject Endurance realiseren en Ørsted werkt aan het windpark Hornsea 4. Een gebied met een oppervlakte van 110 vierkante kilometer is nu dubbel geboekt. Hoewel de CO2-opslag zich onder de zeebodem afspeelt en Ørsted de wind hoog boven het wateroppervlak oogst, zitten beide projecten elkaar toch in de weg. Schepen die BP wil inzetten om te monitoren op lekkages van CO2 zouden in aanvaring kunnen komen met de windturbines.

Beide bedrijven willen niet toegeven. BP is niet bereid om over te schakelen op een duurdere methode voor monitoring. Ørsted wil geen territorium opgeven omdat dit de commerciële vooruitzichten van het windpark schaadt.


Zowel CO2-opslag als wind zijn belangrijk, en dit zal vaker botsen

CO2-opslag is onmisbaar

In Nederland schoppen milieuorganisaties vaak stennis over staatsteun voor carbon capture and storage (CCS) omdat het geld uit dezelfde pot komt als de subsidie voor zonneparken en aardwarmteprojecten.

Wie het beheersen van klimaatverandering belangrijk acht, kan echter moeilijk om CCS heen. Zolang we nog niet klaar zijn met de energietransitie puft de huidige fossiele economie meer CO2 de lucht in. De concentratie CO2 in de atmosfeer is nu al te hoog. Alle CO2 die er de komende decennia onvermijdelijk nog bij komt, moeten we ooit ook weer afvangen en vastleggen. CO2 vandaag al direct bij de bron afvangen is veel efficiënter en veel goedkoper.

Als CO2-opslag ten koste gaat van een offshore windpark, is de afweging lastiger. Het geplande windpark krijgt een vermogen van 2.600 megawatt (MW) en oppervlak van bijna 500 vierkante kilometer. Als Ørsted 110 vierkante kilometer moet opgeven, scheelt dat dus zo’n 600 MW aan windturbines. Deze windturbines zouden jaarlijks de opwek van 2,5 miljard kilowattuur aan elektriciteitsproductie in een gascentrale overbodig maken, en zo’n 1 miljoen ton CO2-uitstoot per jaar voorkomen.

Voor BP is het een kwestie van alles of niets. Het beoogde reservoir betreft een aaneengesloten volume, waarin de CO2 zich vanzelf zal verspreiden. Het hele bovenaanzicht behoeft dus monitoring op lekkage. Het reservoir kan naar verwachting in totaal zo’n 450 miljoen ton CO2 vastleggen. BP verwacht met partners jaarlijks een goeie 20 miljoen ton in het project op te slaan. Na ruwweg 20 jaar is het reservoir dan vol, maar de monitoring op lekkage gaat waarschijnlijk tot ver daarna door.


Niet tegen windturbines varen, hoe moeilijk kan het zijn?

Puur op basis van tonnen voorkomen CO2-uitstoot naar de atmosfeer zou BP hier voorrang moeten krijgen. Offshore wind is echter op langere termijn veel belangrijker voor de energievoorziening en energieonafhankelijkheid dan CCS.

Veel liever doe je natuurlijk allebei. Zowel windenergie opwekken als CO2 vastleggen in de bodem. Niet alleen hier voor de Britse kust maar ook in de Nederlandse Noordzee, en overal ter wereld waar zware industrie aan de kust gevestigd is en gedurende de transitie naar fossielvrij energiegebruik nog decennia CO2 uitpuft. En in alle eerlijkheid snap ik het conflict niet.

Wat is er hier nu echt aan de hand?

Een windpark bouwen gaat ook met schepen. Zo snel er 40 windturbines staan en er nog 40 bij moeten komen, moeten ook deze schepen uitkijken dat ze niet tegen de al gerealiseerde windturbines varen.

Het zal toch niet zo zijn dat een schip voor de monitoring van CO2-lekkage lastiger te besturen is dan een schip voor de installatie van windturbines? Ook als een windpark op zee eenmaal in gebruik is, varen daar nog regelmatig schepen heen en weer voor beheer en onderhoud aan de turbines en transformatorstations. Ook die onderhoudsschepen weten aanvaringen te voorkomen. Kunnen deze onderhoudsschepen niet ook de CO2-monitoring voor BP op zich nemen?

Een principieel bezwaar kan het echter ook haast niet zijn. BP is niet tegen offshore wind, het realiseert zelf windparken op zee. Orsted is evenmin tegen CO2-opslag, het ontwikkelt zelf CCS-projecten. Wie kan me uitleggen waarom BP en Ørsted hier in de afgelopen 10 jaar toch geen oplossing hebben gevonden? En of dit type conflicten ook elders de transitie zal frustreren?


Bron: Euronews, Maritime Executive, BP, Ørsted / Imagecredit: Chris Sabor, via Unsplash Public Domain


Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Dit vind je misschien ook leuk...

4 reacties

  1. Mark Breed schreef:

    Varen tussen windturbines lijkt idd geen valide argument. Ook samengaan van kabels, leidingen, hoogspannings/compressorstation lijkt niet valide. Waarschijnlijk is het wet en regelgeving die gecombineerde activiteiten niet toelaat ivm aanspraakelijkheid. Bij plannen voor een drijvend zonnepark icm windparken speelt dit ook.

  2. Wouter van Pelt schreef:

    Wat niet helpt is dat de licensing van CCS projecten gaat via de North Sea Transition Authority (tot voor kort Oil&Gas Authority), wat valt onder het ministerie van Business, Energy and Industrial Strategy, terwijl windpark vergunningen uitgegeven worden door de Crown Estate. Dat werkt niet optimaal samen.

  3. Ronald de zoete schreef:

    Ccs verdient voorkeur boven nog meer wind. Waar halen ze anders hun ervaring en kunde vandaan? Je kunt stellen windenergie is er voor de langere termijn, maar zonder ccs wordt het lastig de klimaatdoelen halen. In de VS lopen ze ook achter op schema. En opgeslagen co2 kan in de toekomst omgezet worden naar hoogwaardige grondstoffen wat zo weer nieuwe opslagcapaciteit vrijmaakt.

    Als botsen hier niet opgelost kan worden, dan maar beter een bewuste keuze maken lijkt me.

  4. Ivo schreef:

    kan je de monitoring van risico op lekkages niet gewoon aan de masten van de windturbines knopen? lijkt me dan voor beide juist positief? daarnaast lijkt me toch dat een schip voor monitoring kleiner en wendbaarder is dan een schip dat een hele mast + turbines moet kunnen vervoeren + schip dat in staat is om te heien.