Moet jij thuis (nu al) in paniek raken over stroomstoringen na 2030?
Hoogspanningsnetbeheerder Tennet waarschuwt in haar Monitoring Leveringszekerheid 2022 dat in 2030 mogelijk stroomtekorten kunnen ontstaan. Dat klinkt gelukkig penibeler dan het is, én er resteren nog 7 jaar om er iets aan te doen.
Omdat alles en iedereen afhankelijk is van energie, klinken berichten over energie – en zeker de koppen boven die berichten – vaak 1 of 2 tikkeltjes spannender dan nodig.
Als ik niet beter wist, zou ik ook schrikken van koppen als ‘TenneT: stroomtekort dreigt na 2030 door afhankelijkheid groene energie’, of ‘Vanaf 2030 komt de leveringszekerheid van energie in het geding, waarschuwt Tennet’.
Hoewel het signaal dat Tennet met de laatste editie van haar jaarlijkse Monitoring Leveringszekerheid afgeeft absoluut belangrijk is voor de sector en de politiek, is er voor huishoudens en verreweg de meeste bedrijven geen reden voor paniek.
Wat verstaan we onder leveringszekerheid?
Op zijn simpelst gezegd is er sprake van leveringszekerheid als iedereen die elektriciteit wil gebruiken op elk moment ook beschikking heeft over elektriciteit. Leveringszekerheid is daarmee een samenspel van:
- De behoefte aan elektriciteit bij huishoudens, kantoren, laadpalen, lantaarnpalen, industrie en andere afnemers.
- De productie van elektriciteit door kolen-, gas- en kerncentrales, zonnepanelen, windturbines en accu’s.
- Het transport en de distributie van elektriciteit door Tennet en de overige netbeheerders.
Tennet heeft wat dat laatste betreft een reputatie hoog te houden. De beschikbaarheid van haar netwerk voor het transport van elektriciteit was in 2022 met liefst 99,99963% wederom bijzonder hoog. Ook de afnemers en producenten hielden de balans tussen verbruik en productie het afgelopen jaar netjes op peil.
Absolute leveringszekerheid bestaat niet
In Nederland is er ontzettend veel ontzettend goed geregeld om te voorkomen dat de leveringszekerheid van elektriciteit in het geding komt. Voor bijna alles is er een backup. Zelfs als er een belangrijke hoogspanningsverbinding of de krachtigste elektriciteitscentrale uitvalt, zouden we daar als gebruiker in de regel niets van moeten merken. Maar ook als alles uitstekend voor elkaar is, kan er iets misgaan. Zelfs als je voor elke backup ook weer een backup organiseert, kan er iets misgaan.
maar 99,95433%
We streven in Nederland dan ook niet naar 100% leveringszekerheid. In de eerste plaats omdat absolute leveringszekerheid niet bestaat. Op de tweede plaats omdat elke backup serieus geld kost.
In plaats van absolute leveringszekerheid als doel is een norm vastgesteld. Die komt er ruwweg op neer dat we accepteren dat (bij elkaar opgeteld) maximaal 4 uur per jaar niet alle afnemers volledig kunnen beschikken over de elektriciteit die ze zouden willen gebruiken. Een normaal jaar bestaat uit 8760 uren. Maximaal 4 uur per jaar een tekort (voor één afnemer) betekent dus een leveringszekerheid van 99,95433% (voor diezelfde ene afnemer). Iets minder negens achter de komma dan de huidige beschikbaarheid van Tennet. En voor het overgrote merendeel van alle afnemers die wel het hele jaar onafgebroken over elektriciteit beschikken, blijft de leveringszekerheid ook dan dus nog ouderwets fantastisch.
Ook een tekort aan stroom merk je meestal niet
Ondanks de hoge leveringszekerheid in Nederland, heeft bijna iedereen wel eens een stroomstoring meegemaakt. Bijna altijd duren die storingen kort, en bijna altijd betreft het slechts een straat of een wijk die zonder zit.
Bij een stroomstoring is er in de regel sprake van graafschade of een ander probleem aan het net, maar stroomuitval kan ook nu al het gevolg zijn van een daadwerkelijk tekort aan elektriciteit.
Ook op de momenten dat sprake is van een daadwerkelijk tekort, betekent dat zeker niet dat niemand meer over elektriciteit beschikt. Anders gezegd; Ook op de maximaal 4 uur per jaar dat er op het Nederlandse elektriciteitsnet niet voor iedereen voldoende elektriciteit beschikbaar is, is alsnog voor bijna iedereen wel voldoende elektriciteit beschikbaar.
Wel staat Tennet op de momenten met een (dreigend) te kort voor de lastige opgave om een of meerdere afnemers te kiezen die daadwerkelijk even niet over elektriciteit beschikken. Bij voorkeur zijn dat enkele bedrijven die veel elektriciteit verbruiken maar waar niet alles in het honderd loopt als processen door stroomuitval enkele minuten of nog langer stilvallen. Denk bijvoorbeeld aan een aluminiumproducent, een koelhuis of een gemaal.
Wat betekent de energietransitie voor de leveringszekerheid?
Voor de periode tot 2030 en de jaren daarna is de verwachting dat het Nederlandse elektriciteitsverbruik stijgt. Dit onder meer omdat bedrijven en huishoudens meer elektriciteit gaan gebruiken voor verwarming, omdat elektrische auto’s snel aan populariteit winnen en omdat de industrie met waterstof aan de slag wil.
Aan de productiekant is het beeld gemengder. Er komt veel vermogen aan windturbines, zonnepanelen en mogelijk ook kerncentrales bij maar in ieder geval het produceren van elektriciteit met kolen is na 2029 verboden.
Deze aspecten verkleinen de leveringszekerheid. Zeker wanneer vanwege de sterke concurrentie met wind en zon niet alleen de kolencentrales maar ook enkele gascentrales sluiten, komen er mogelijk momenten dat de overgebleven gascentrales, kerncentrales en alle wind- en zonneparken samen niet in staat zijn om de actuele vraag te dekken. Daarbij speelt het weer natuurlijk een rol. Niet alleen vanwege de grote vermogens aan windturbines en zonnepanelen, maar ook vanwege alle warmtepompen die op echt koude dagen tegelijkertijd aan de slag moeten.
Andere aspecten van de energietransitie vergroten juist de leveringszekerheid. Accu’s reageren bijvoorbeeld nog sneller op een onbalans tussen vraag en aanbod dan de meest flexibele gascentrales. Daarmee zijn kleine problemen op het elektriciteitsnet te beheersen voordat ze escaleren tot grotere storingen. En dankzij betere isolatie van woningen, elektriciteitsproductie op wind en zon en elektrificatie in de industrie hebben we elk jaar minder aardgas nodig. Zorgen over de vulgraad van de gasbergingen – zoals in 2022 – zouden in 2030 echt niet meer aan de orde mogen zijn. Dat vergroot de zekerheid dat gascentrales – op de momenten dat ze nog wel nodig zijn – ook daadwerkelijk kunnen leveren aanzienlijk.
Als we niet tijdig ingrijpen, daalt onze leveringszekerheid iets
Dat wind- en zonne-energie weersafhankelijk zijn, is geen nieuws. We zetten groots in op deze bronnen, in het volste verstand dat we óók aan de slag moeten om een backup te regelen voor de uren en dagen met (te) weinig wind en of zon.
De waarschuwing die Tennet eigenlijk geeft is dat – op dit moment – onzeker is of de (geplande, en bij Tennet bekende) inspanningen om de leveringszekerheid te borgen voldoende zullen zijn. Uit de modellen van de netbeheerder volgt dat we de leveringszekerheidsnorm – in jaren waarin we pech hebben qua weer – vanaf 2030 niet meer halen. In plaats van de 4 uur per jaar met een stroomtekort die we acceptabel achten, dreigen in die jaren 4,5 uur met een stroomtekort.
Of deze normoverschrijding voor jou reden is om je zorgen te maken, is aan jou. De energiesector en de politiek moeten er in ieder geval iets mee, want normen stellen we natuurlijk niet voor niets vast.
Wat nu te doen, om voor 2030 weer binnen de norm te komen?
Er is veel dat we vóór 2030 nog kunnen doen om de leveringszekerheid ook voor de toekomst op peil te houden.
- Gascentrales rendabel houden. Elektriciteit produceren met aardgas mag ook na 2030. Gascentrales zullen alleen minder vaak nodig zijn, omdat wind- en zonneparken de levering overnemen op de dagen en uren dat het weer wel goed is. Dat zijn veel dagen. Dus veel gascentrales moeten vaak wachten op de dagen en uren dat er voor hen wel werk is. Juist op die dagen en uren is elektriciteit ons veel waard, dus geld valt er echt nog te verdienen. Het is alleen de vraag of de opbrengst voldoende en voldoende zeker zal zijn voor de uitbaters van huidige gascentrales, en/of voor de bouwers van eventuele nieuwe gascentrales. Als het antwoord nee is, ligt hier een opgave voor de overheid.
- Kolencentrales ombouwen. Als de uitbaters van de laatste 4 kolencentrales kans zien om om te schakelen op een andere energiedrager, hebben we meteen 4 gigawatt aan regelbaar vermogen extra voor de toekomst. Ook voor deze partijen is een voldoende grote kans op voldoende opbrengst cruciaal. En ook hierin kan de overheid iets betekenen.
- Centrales opkopen. Als marktpartijen – al dan niet met een redelijke subsidie – niet bereid zijn om de gascentrales en/of omgebouwde kolencentrales in bedrijf te houden, kan de overheid de exploitatie overnemen.
- Flexibiliteit bij afnemers. Het elektriciteitsverbruik gaat groeien, maar juist de nieuwe verbruikers zijn in de basis in staat om het verbruik tijdelijk te matigen. Dat zullen ze deels al doen omdat de prijs voor elektriciteit hoog zal zijn op de momenten dat een tekort dreigt. Als dat niet volstaat, kan de overheid ook hier iets betekenen.
- Aanpassen van de norm. Alles dat we doen om de leveringszekerheid te borgen of te vergroten, kost geld. De norm is ontstaan in een tijd met enkel regelbare elektriciteitscentrales. Mogelijk past bij een nieuw energiesysteem ook een nieuwe norm. Het is aan onze democratie om te bepalen wat duurzame leveringszekerheid ons waard is.
- Opslag bij afnemers. Voor veel elektriciteitsverbruikers kan een korte stroomstoring weinig kwaad. Gebruikers die zich geen enkele onderbreking kunnen permitteren, zoals ziekenhuizen en datacentra, beschikken juist al over eigen noodgeneratoren. Mocht Nederland democratisch beslissen dat bijvoorbeeld ook 6 uur stroomtekort per jaar acceptabel is, dan kan dat een grote impact hebben op kwetsbare afnemers van elektriciteit die geen minuten zonder elektriciteit kunnen en ook geen noodgenerator kunnen aanschaffen. Voor kwetsbare afnemers kunnen we de leveringszekerheid gericht op peil houden of zelfs verbeteren, met energieopslag.
Samengevat; Geen reden voor paniek, wel tijd voor actie
Duiden van de omvang en de complexiteit van deze uitdaging valt niet mee. Los van de vraag of mijn duiding adequaat is, is helder dat de meeste media geen ruimte hebben voor een droog epistel van 1500 woorden. En de meeste media kunnen een persbericht van Tennet ook niet laten gaan, want het is belangrijk nieuws én het maakt de tongen los.
Weet echter dat de situatie voor en na 2030 voor de meesten van ons in ieder geval thuis nauwelijks veranderd.
Absolute leveringszekerheid bestaat niet, maar onze energievoorziening is vandaag uitstekend en stort ook na 2030 echt niet in. We kunnen veel doen om onze huidige leveringszekerheid te behouden maar we kunnen ook besluiten om een iets grotere kans op stortingen te accepteren. Natuurlijk mits we de gevolgen daarvan voor kwetsbare elektriciteitsverbruikers tot een minimum beperken. En er is nog tijd om dit alles goed te regelen. Het moet alleen wel gebeuren.
Daarom, dank voor de waarschuwing Tennet!
Bron: Tennet / Imagecredit: Jinyang Liu, via Unsplash Public Domain
Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
De 4,5 uur stroomutval is het verwachte gemddelde over meerdere jaren. Dat kan betekenen in het ene jaar vrijwel niets en in een ander jaar best veel, tot wel 50 uur. Dit stond ook duidelijk omschreven in het artikel op nu.nl. Ik citeer:
Met het huidige beleid is er in 2030 gemiddeld 4,5 uur per jaar onvoldoende stroom. Het daadwerkelijke elektriciteitstekort hangt erg af van het weer. In sommige ‘weerjaren’ is er nooit een tekort. Maar in een bijzonder koude en windstille winter kan het tekort oplopen tot wel twintig uur per jaar.
Ook als het aantal gascentrales in Nederland kleiner is dan verwacht, bijvoorbeeld door technische problemen, kan er meer stroomuitval plaatsvinden. In dat geval gaat TenneT uit van twaalf uur per jaar, met in een windstille winter uitschieters tot wel vijftig uur.