Aandeel hernieuwbaar in Duitse stroom in 2021 lager dan in 2020
Het aandeel hernieuwbare energie in de Duitse elektriciteitsproductie daalde in 2021 tot 45,7%, van 50% in 2020. Het is voor het eerst sinds 2003 dat het aandeel hernieuwbare elektriciteit in Duitsland daalt ten opzichte van het jaar ervoor.
Prof. Dr. Bruno Burger, verbonden aan het Fraunhofer Institut für Solare Energiesysteme, houdt op de website Energy-Charts.info al jaren de cijfers voor de Duitse elektriciteitssector bij.
Net als vorig jaar heeft Burger al op 2 januari van het nieuwe jaar de (uitgebreide, PDF) rapportage voor het voorbije jaar gepubliceerd. Daarin valt vooral de daling in de gezamenlijke productie van wind, zon, biomassa en waterkracht op.
Hoofdoorzaak is dat het in Duitsland in 2021 veel minder dan gemiddeld waaide, terwijl de economie en dus ook de elektriciteitsvraag ten opzichte van 2020 weer aantrok. De productie van Duitse windparken op land en op zee daalde met liefst 12,4% ten opzichte van het jaar ervoor.
Ietsje meer zonnestroom, flink meer kernenergie
Ook de zoninstraling was ruim lager dan het langjarig gemiddelde. De productie door zonnepanelen steeg echter toch, dankzij de groei in zonnepaneleninstallaties. Ook het aandeel waterkracht steeg iets, het aandeel biomassa daalde licht.
Opvallend is dat de laatste emissiearme bron, kernenergie, liefst 7,4% meer leverde dan in 2020. Dit met name omdat de reactor Gundremmingen C in 2020 geruime tijd uit bedrijf was en in 2021 weer goed op dreef kwam.
De mooie productie in 2021 is echter ook direct het laatste kunstje van Gundremmingen C geweest, als een van de 3 reactoren die op 31 december 2021 definitief zijn gesloten onder de Duitse Atomausstieg.
Veel meer bruin- en steenkool, fors minder gas
Het effect van de hoge prijzen voor aardgas in het voorbije jaar is ook in de Duitse elektriciteitsproductie goed te zien. De productie van gascentrales daalde ten opzichte van 2020 met 10,4%.
Het verlies in de productie van wind en gascentrales is helaas bijna volledig goed gemaakt door bruin- en steenkoolcentrales, waarmee de CO2-intensiteit van de Duitse elektriciteitsproductie is gestegen.
De forse uitslagen tonen vooral dat zowel 2020 als 2021 in vele opzichten uitzonderlijke jaren waren. Ten opzichte van 2019 is het aandeel fossiele productie in 2021 nog wel gedaald. Hopen dat het weer en de gasmarkt dit jaar meer meewerken en de sluiting van de 3 kernreactoren tenminste deels compenseren.
De extremen in zowel 2020 als 2021 zijn ook te herkennen in het aantal uren waarin het Duitse aanbod de vraag naar elektriciteit oversteeg, met negatieve marktprijzen tot gevolg. In 2020 schoot dit naar in totaal 298 uren, ofwel 3,4% van het volledig jaar. Vorig jaar was er dankzij de aantrekkende economie en de matige productie van wind en zon op 134 uren sprake van een negatieve prijs. Net zoveel als in 2018 en veel minder dan in 2019, het laatste ‘normale’ jaar.
Bron: Energy-charts.info / Imagecredit: Christian Lue, via Unsplash Public Domain
Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.