Vestas en Stena bouwen recyclingfabriek voor windmolenwieken
Als bekroning van een succesvol onderzoeksproject (zie oorspronkelijk bericht) bouwen windturbine fabrikant Vestas en Stena Recycling samen een fabriek voor de verwerking van conventionele (epoxy-gebaseerde) windturbinebladen. Zowel bladen die nu vrijkomen bij de ontmanteling van oude windturbines als vezelcomposietdelen die in het verleden gestort zijn komen in aanmerking voor circulair hergebruik. Hieronder het oorspronkelijke bericht van 25 mei 2021.
Douze points voor selectieve verontwaardiging windmolenwieken
De Deense windturbinebouwer Vestas heeft met wetenschappers en materiaalleverancier Olin een recyclingtechniek voor afgeschreven windturbinewieken ontwikkeld. Hoogwaardig hergebruik van deze wieken is nu nog een grote uitdaging.
De wieken van moderne windturbines zijn technische hoogstandjes. Tientallen meters lang, lichtgewicht en robuust genoeg om decennia weer en wind te doorstaan onder enorme belasting.
De windindustrie gebruikt vanwege deze zware eisen thermoset vezelcomposieten. “Dit materiaal verkrijgt zijn unieke combinatie van laag gewicht en hoge sterkte door de verbinding tussen vezels en epoxyhars”, zegt Simon Frølich, promovendus bij het Danish Technological Institute. “Juist deze sterke binding maakt recycling complex. Het door ons ontwikkelde chemische proces is echt een doorbraak. We geven de beide individuele materialen opnieuw waarde.”
Recycling van windturbines is nogal een thema
Windturbines worden bij einde levensduur voor het overgrote deel (85-90%) al gerecycled. De mast, de generator en electronica bestaan uit materialen die waardevol én eenvoudig terug te winnen zijn. De wieken zijn een uitzondering. Lastig te recyclen omdat epoxy niet verweekt bij verhitting terwijl het materiaal verre van schaars is. Meestal worden afgedankte wieken geschredderd en verbrand voor energieproductie in hoge temperatuurprocessen. Niet hoogwaardig, wel een prima verwerking.
In sommige landen is storten van afval nog toegestaan, en dat gebeurt soms ook. Een foto van een stortplaats in de VS waar oude verzaagde wieken worden ‘begraven’ (zie Tweet hiernaast) is onder tegenstanders van duurzame energie verworden tot een favoriete stok om voorstanders van windenergie mee om de oren te slaan. Niet fraai inderdaad, maar ook storten is geen ramp. Misschien zelfs beter dan verbranden. Er komt geen CO2 bij vrij en – mocht hoogwaardig recyclen later wél haalbaar zijn – opgraven is altijd nog mogelijk.
Mooi hè, die circulaire economie. Wieken van windmolens zijn niet recyclebaar, dus worden ze begraven. #recycling #circulair Ons landschap (flora & fauna) gaat er flink op vooruit met windmolens, zonneparken en biomassa. pic.twitter.com/JcXfe2efWW
— Mirjam152 (@Mirjam152) March 9, 2020
Op naar volledige recycling, ook in de luchtvaart
Aanhoudende ophef over de nog niet recyclebare 10-15% van windturbines heeft er ongetwijfeld aan bijgedragen dat Vestas vaart heeft gezet achter wiekrecycling. Dankzij CETEC (Circular Economy for Thermosets Epoxy Composites) is het binnen 3 jaar mogelijk om de composieten op te werken tot herbruikbare vezels en gerecyclede epoxy met dezelfde kwaliteit als verse.
Zo blijkt wederom dat selectieve verontwaardiging mooie dingen kan voortbrengen. De positieve impact van CETEC overstijgt waarschijnlijk de windindustrie. Ook in auto’s, boten en vliegtuigen zijn de afgelopen decennia veel vezelcomposieten verwerkt. Wereldwijd staan – zonder enige ophef overigens – duizenden afgeschreven vliegtuigen definitief geparkeerd op boneyards. Effectieve recycling is daar nu misschien ook denkbaar.
Er is en wordt ondertussen ook gewerkt aan wieken uit aluminium en thermoplastische harsen die wel smelten bij verhitting. Introduceren van nieuwe materialen in een sector die zo hard groeit is echter lastig. De markt vraagt om steeds langere wieken. Het uiterste uit de techniek halen doe je het liefst met materialen waar je de eigenschappen van kent en vertrouwt.
Het mooie van het proces van Vestas en co is dat een bezwaar wegvalt om epoxyvezelcompositieten te blijven gebruiken, terwijl ook vrijwel alle bestaande bladen van oude windmolens die de komende jaren vrijkomen te recyclen zijn. Het zou een prachtig statement van de turbinefabrikant zijn om de begraven wieken van de bekende foto op te graven en te verwerken tot nieuwe wieken. Dan moeten tegenstanders van vooruitgang op zoek naar een nieuw minor detail om windenergie zwart te maken. En natuurlijk gaan ze dat vinden. Nu al benieuwd welke positieve ontwikkeling daar vervolgens weer van uitgaat!
Bron: Vestas / Imagecredit: Bill Abbott, via Flickr Creative Commons
Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ik mis hier de kritische tegenanalyse en dubbelcheck die er wel soms is in andere (oudere) artikelen. Bijvoorbeeld, 85-90% van windmolens wordt vandaag al gerecycled. Is dat echt zo, of toch zomaar de cijfers overnemen? Zijn de wieken dan maar 10-15% van van het totaal? Terwijl ze minder lang meegaan dan de rest van de windmolen en ook vervangen worden. Een nieuw chemisch proces nu al aankondigen als de oplossing, terwijl het pas over zoveel jaar misschien zal kunnen opstarten? En hoe vervuilend of duurzaam is dat chemisch proces? Kritisch-loos verhalen overnemen uit de industrie is erg gemakkelijk. Of kan je niet meer tegen de haren instrijken van je belangrijke klanten als duurzaamheidsadviseur? Hoe onafhankelijk ben je nog in je schrijven, als jouw belangrijke klanten je een kant opsturen?