Windinvesteerders gek genoeg niet bang voor volle Deense markt

Geoff Greenwood, via Unsplash Public Domain

In 2019 dekte Denemarken 47% procent van zijn elektriciteitsverbruik met windenergie. In 2018 was dat nog 41%. Het zit er dan ook dik in dat Denemarken dit jaar de 50% windenergie overschrijdt. En dat is eigenlijk best gek. 

Hmm, I never understood wind

Vanzelfsprekend moet het waaien om met windparken elektriciteit op te wekken. Als het waait in een compact land als Denemarken, waait het vaak door heel het land. Dan leveren alle Deense windparken tegelijk elektriciteit.

De vraag naar elektriciteit trekt zich echter betrekkelijk weinig aan van de windsnelheid. Omdat de elektriciteitsmarkt een markt van vraag en aanbod is, kunnen de prijzen bij een reguliere vraag en een overmatig groot aanbod kelderen.

Dat bleek de afgelopen dagen met stormen Ciara en Dennis: voor grootverbruikers was de elektriciteit op meerdere momenten van de dag gratis, wegens overaanbod van windstroom. In een land dat de helft van zijn elektriciteit met windturbines opwekt, concurreren windparken op die momenten dan ook vooral met andere windparken.


Denemarken wekt regelmatig meer windstroom op dan het verbruikt

Denemarken was een van de pioniers in windenergie. Daar plukken de Denen met wereldmarktleider Vestas nu de vruchten van. In 2018 had Denemarken 5,8 gigawatt (GW) aan windturbines in gebruik, 1,3 GW daarvan op zee. Inmiddels zal het samen ±6 GW zijn. Het Deense elektriciteitsverbruik is al enige jaren vrij stabiel, in totaal zo’n 34 miljard kilowattuur per jaar. Het gemiddeld verbruik ligt daarmee op 3,9 GW.

Het opgesteld vermogen aan windenergie is daarmee ruim 1,5 keer groter dan het gemiddelde Deense verbruik. Als het overal in Denemarken een uur lang goed waait, en de Deense huishoudens en bedrijven gebruiken in datzelfde uur een gemiddelde hoeveelheid elektriciteit, moeten Deense windpark exploitanten 50% van de opbrengst exporteren. Of turbines stilzetten.

Inmiddels duren de perioden van windoverschot niet slechts uren maar zelfs volle dagen.


Toch blijft Denemarken maar windmolens bijbouwen

Als er ergens windparken met andere windparken concurreren, is dat wel in Denemarken. Als het niet waait, leveren de parken niets op en als het wel waait meer dan Denemarken nodig heeft. Nooit goed voor de marktprijzen. Het ligt dan ook niet voor de hand dat commerciële partijen nog veel trek hebben in de bouw van nieuwe windparken in Denemarken. Als de Deense overheid per se een nog groter aandeel windenergie wil realiseren, dan zal daar steeds meer subsidie bij moeten.

Begrijpen Denen niet hoe handel werkt?

Zou je denken… In 2016 kreeg Denemarken het echter desondanks voor elkaar bijna 1 GW aan offshore projecten aan te besteden tegen een prijs die (zeker destijds) echt baanbrekend laag was.

In 2018 ontving Denemarken vervolgens biedingen voor 165 megawatt (MW) aan projecten op land waarbij nog slechts 0,3 eurocent subsidie per kilowattuur nodig was. Eind 2019, terwijl de markt al overvol is én de voorgenoemde projecten nog in gebruik moeten komen, dook een tender daar nog weer onder: 0,2 eurocent subsidie per kilowattuur voor 135 MW.


Blijft verdienen aan export een reële optie?

Als Denemarken zo doorgaat, heeft het binnen enkele jaren dubbel zoveel windvermogen als het Deense gemiddelde verbruik. Als de windmolens op iets meer dan halve kracht draaien, is dan alleen via export nog aan de windstroom te verdienen. Gelukkig heeft Denemarken een stevig elektriciteitsnet, met zo’n 7,5 GW aan grensoverschrijdende hoogspanningskabels en nog eens 2,4 GW in aanbouw.

Denemarken kan dus niet alleen meer elektriciteit opwekken maar ook meer importeren of exporteren dan het verbruikt. Het kan de Deense windprojectontwikkelaars alleen niet ontgaan zijn dat ook Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Noorwegen en zelfs Polen stevig windparken aan het bouwen zijn. Het kan niet lang meer duren of een Deens windoverschot valt samen met een West-Europees windoverschot.

Windpark-ontwikkelaars die overwegen nóg een kraampje bij te plaatsen op de volle Deense markt, moeten bijzonder ver in de toekomst kijken. De bouw van elke windturbine is een grote investering die volledig voor de baat uit gaat. Die grote investering moet de turbine over 20 à 30 jaar aan elektriciteitsverkoop meer dan goedmaken.

De totale elektriciteitsproductie van een windturbine is over de totale technische levensduur relatief goed in te schatten. Wat al die elektriciteit op de markt zal opbrengen, kent veel meer onzekerheid. Dat ontwikkelaars in Denemarken inschatten dat ze praktisch zonder subsidie voldoende rendement op de nieuwe windparken kunnen maken, is bemoedigend. Het geeft aanleiding te denken dat de kostprijs van de windstroom inmiddels nog lager ligt dan vaak gedacht en geclaimd.

En/of het suggereert dat er met een variabele energiebron beter geld te verdienen valt dan vaak is gedacht en geclaimd.

We moeten het samen met Trump misschien maar gewoon erkennen: We never understood wind. 😉


Imagecredit: Geoff Greenwood, via Unsplash Public Domain

Thijs ten Brinck

Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Dirk Knapen schreef:

    Beste Thijs,
    Vandaag stootte ik toevallig op dit artikel.
    In 1997 werkte ik een tijdje op het Nordic Folkecenter for Renewable Energy in Thy. De gemeente Hurup waar het Folkecenter gevestigd is had toen al 106 % windenergie. In plaats van overtollige windstroom naar Noorwegen te exporteren en later, bij minder wind, later weer terug te kopen, probeerden de Denen de windstroom waarin ze zelf geïnvesteerd hadden in eigen land te houden. Toen al zag je het samenspel met de WKK’s voor de warmtenetten opkomen.
    Later, begonnen ze warmte voor de warmtenetten aan te maken, en eventueel op te slaan, zo gauw de waarde van de overtollige stroom zakte onder de kostprijs van de brandstof die voor de opwekking van warmte voor de warmtenetten werd gebruikt. In eerste instantie gebeurde dat met gewone elektrische boilers, nu hoe langer hoe meer met warmtepompen.
    Het merendeel van de verwarming in Denemarken wordt geleverd via warmtenetten, doorgaans met buffertanks voor de korter termijn, maar ook met grootschalige seizoensopslag. https://deepresource.wordpress.com/2020/12/16/district-heating-with-seasonal-storage-in-vojens-denmark/. En natuurlijk vormen ook de warmtenetten zelf al een behoorlijke opslag. Ik had altijd het gevoel dat de Denen op die manier een bodem gaven aan de waarde van de windstroom, al kan export via land- of zeekabels op bepaalde momenten natuurlijk lucratiever zijn dan stroom omzetten in warmte.
    Daarnaast biedt ook het toenemende aantal elektrische voertuigen ruimte voor het absorberen van overtollige stroom.
    Met vriendelijke groet,
    Dirk Knapen