Update: ‘Dutch coal mistake kost RWE, Uniper, Engie € 4 mrd’

Steinkohlekraftwerk, Eemshaven, via RWE

Update: In een recent rapport zoomt het Institute for Energy Economics and Financial Analysis (IEEFA) in op de financiële prestaties van de drie ‘moderne’ kolencentrales die in 2015 in Nederland zijn geopend.

Update 7 april 2017: De drie kolencentrales die in 2015 in bedrijf kwamen, zakken financieel volledig door het ijs. Energieconcerns Engie en Uniper schrijven opnieuw bijna € 1 mrd af op hun splinternieuwe centrales.

Dat claimt de Britse marktspecialist Gerard Wynn namens het Institute for Energy Economics and Financial Analysis (IEEFA). Als follow-up op zijn rapport ‘The Dutch coal mistake’ van december 2016 is Wynn opnieuw in de financiële verslagen van de energieconcerns gedoken. Daaruit maakt hij op dat het Duitse Uniper nog eens € 800 mln heeft afgeboekt op zijn kolencentrale op de Rotterdamse Maasvlakte.

Met een vergelijkbaar kleine slag om de arm, destilleert Wynn uit de laatste cijfers van het Engie dat dit Franse energieconcern een goeie € 160 mln extra afschrijft op zijn Rotterdamse kolencentrale. Over de centrale van RWE in de Eemshaven noemt Wynn in deze follow-up geen nieuwe cijfers.

Nooit meer nieuwe kolencentrales in West-Europa

Samen met de ruwweg € 3,5 mrd van eind 2016 en de bijna € 1 mrd van nu daarbovenop, zijn de drie moderne kolencentrales in Zuid-Holland en Groningen al binnen twee jaar na oplevering grofweg driekwart van hun boekwaarde kwijt. Dat moet pijn doen. Veel pijn. Niet verwonderlijk dus dat de Europese elektriciteitssector bij monde van brancheorganisatie Eurelectric claimt na 2020 nooit meer nieuwe kolencentrales te bouwen. Ook dat zag Wynn eind december al aankomen.

Hieronder het oorspronkelijke bericht van 1 december 2016:


Extreem dure missers voor kolenboeren Engie, RWE en Uniper

Energieconcerns Engie, RWE en Uniper investeerden € 6 mrd in drie kolencentrales en hebben daarvan, in krap een jaar, al € 3,5 mrd afgeschreven.

Dat schrijft Gerard Wynn namens het IEEFA in het rapport ‘The Dutch coal mistake‘. “RWE waardeert zijn volledige Nederlandse productieportfolio, inclusief gascentrales en warmtekrachtcentrales, nu op € 1,3 mrd. Alleen de bouw van de kolencentrale in de Eemshaven heeft al € 3 mrd gekost.” De drie centrales samen staan nu voor € 2,5 mrd in de boeken van respectievelijk Uniper (voorheen E.on), Engie (voorheen GDF Suez) en RWE (moederbedrijf Essent).

Hoogstwaarschijnlijk de laatste kolenprojecten in West-Europa

De energieconcerns hebben de grote afwaarderingen te danken aan een perfecte storm in de elektriciteitsmarkt. “Groei in (gesubsidieerde) hernieuwbare elektriciteit heeft de marktprijzen voor stroom sterk gedrukt”, zegt Wynn. Dat reduceert de marges én de draaiuren voor gas en kolencentrales in het algemeen. “Voor kolencentrales hangt daarnaast extra politieke druk boven de markt. Groot-Britannië en Finland faseren steenkool uit rond 2025 en in Nederland, Frankrijk en Duitsland winnen vergelijkbare plannen snel terrein.”

Wynn denkt niet dat er in West-Europa ooit nog nieuwe kolencentrales bij komen. Dat betekent niet dat de huidige centrales ook uit bedrijf gaan. Ook bij de lage marges blijven de bedrijven kolen verstoken. “Sunk costs are sunk costs“, zegt Wynn. “Inkomsten, hoe minimaal ook, zijn beter dan geen inkomsten.” Alleen aditionele beprijzing van CO2-uitstoot en andere emissies zal de centrales echt uit de markt prijzen.

Zonder een serieuze prijs op uitstoot dreigt juist het Tsjechische energieconcern EPH de concurrentiestrijd in de Europese stroommarkt te winnen. EPH kreeg eerder dit jaar geld toe toen het de bruinkoolcentrales- en mijnen van concurrent Vattenfall overnam. Terwijl de prijzen van steenkool inmiddels lichtjes stijgen, blijft bruinkool onverminderd spotgoedkoop.

Bron: IEEFA / Imagecredit: RWE

Thijs ten Brinck

Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Lomito schreef:

    De stroommarkt is inderdaad aardig verziekt door de grootschalige plaatsing van gesubsideerd vermogen. Door het intermitterende karakter van dat hernieuwbare vermogen is het echter niet mogelijk om die kolencentrales te sluiten, immers als de wind en zon het laten afweten gaat het stroomnet op zwart.

    De grootste verliezers hier zijn met name de mensen die gekort zullen worden op hun pensioenuitkering. Een geruststellende gedachte is dat het hernieuwbare vermogen zorgt voor toenemende CO2-uitstoot en daarmee bijdraagt aan de vergroening van de aarde (minder honger in de wereld).