Opnieuw wind op zee zonder subsidie in Duitse tender
Update: In de tweede Duitse veiling voor offshore windcapaciteit zijn zes projecten toegewezen met in totaal 1.610 megawatt (MW) aan vermogen. Het Deense Ørsted realiseert 420 MW daarvan subsidievrij.
Update 28 april 2018: De gemiddelde biedprijs voor de zes projecten was 4,66 eurocent per opgewekte kilowattuur. Licht hoger dan de 4,4ct/kWh die Duitsland in een vergelijkbare tender in april 2017 (bericht hieronder).
Ørsted (voorheen Dong) pakte net als vorig jaar een kavel tegen 0 subsidie maar bepaalt met een ander project ook de bovenkant van de range: 9,83ct/kWh voor 132 megawatt. Naast Ørsted behoren ook het Duitse Innogy en Spaanse Iberdrola tot de winnaars. De aanbestede projecten leveren tussen 2021 en 2025 de eerste kilowatturen. Vanaf dan hebben de exploitanten 25 jaar recht op transport van de geproduceerde stroom naar het vaste land.
Hieronder eerdere berichten over prijsdoorbraken op zee.
Doorbraak: Offshore windenergie subsidievrij in Duitsland
Update: Duitsland pakt de primeur voor subsidievrije offshore wind. De energiebedrijven Dong en EnBW boden in zeewindprojecten ter grote van in totaal 1.380 megawatt een prijs die gelijk is aan de marktprijs voor stroom in Duitsland.
Update 14 april 2017: EnBW heeft het grootste project te pakken. Het Duitse energieconcern bouwt het 900 megawatt (MW) sterke windpark He Dreiht tegen een prijs van € 0.00 (!) bovenop de marktprijs voor elektriciteit.
Het gaat dan om de Duitse stroomprijs van 2025, het jaar waarin het windpark in bedrijf komt. Daarmee gokt EnBW op verdere dalingen in de kosten van offshore windturbines en installaties en op een matig stijgende marktprijs. “Onze plannen zijn gebaseerd op een grondige marktanalyse en intensieve gesprekken met leveranciers”, zegt Dirk Güsewell, verantwoordelijk voor de groei van duurzame energie bij EnBW. “Windturbinebouwers werken aan verschillende nieuwe technische doorbraken en zijn volledig gefocust op kostenefficiëntie. Onze aannames voor de ontwikkeling van de marktprijs zijn vrij voorzichtig. Toch verwachten we inkomsten die boven onze kapitaalskosten liggen en dus aantrekkelijk zijn.”
Veel verder op zee en toch nóg goedkoper
De laatste prijsdoorbraken van 2016 in Nederlandse en Deense wateren betroffen windparken veel dichter bij land. He Dreiht komt op 85 tot 100 kilometer uit de kust te liggen, tegen de grens van het Duitse continentale vlak en praktisch naast het dit jaar opgeleverde Nederlandse windpark Gemini. Gemini produceert zijn windstroom tegen € 0.17 per kilowattuur, waarvan ruwweg € 0.04 de marktprijs is en de rest subsidie.
Naast EnBW heeft ook het Deense energiebedrijf Dong drie windprojecten binnengesleept. De grootste twee daarvan eveneens tegen nul subsidie – OWP West (240 MW) en Borkum Riffgrund West 2 (240 MW). Alleen voor het zeewindproject Gode Wind 3 (110MW) heeft het Deense concern nog een garantieprijs bedongen; De Duitse staat vult hier de marktprijs aan tot € 0.06 per kilowattuur. Alle drie de projecten van Dong komen in 2024 in bedrijf.
In alle projecten regelt de verantwoordelijke netbeheerder Tennet de aansluiting met het stroomtransportnet op land. Net als in Nederland zijn deze kosten gesocialiseerd.
Interessant is nu of en zo ja welke garanties Dong en EnBW bij deze bodemprijzen daarnaast nog bedongen hebben. Gokken op echt subsidievrij betekent óók gokken op vraagsturing en energieopslag. Anders betekent een garantieprijs van 0 te vaak ook een verkoopprijs van 0. De marktprijs voor elektriciteit zakt juist bij groot aanbod van windstroom in.
Het gemiddelde van alle biedingen op de Duitse tenders, inclusief de winnende nul-biedingen, lag op € 0.044 per kilowattuur.
Hieronder eerdere berichten over prijsdoorbraken op zee.
Offshore wind duikt onder 5 cent per kWh
Het Zweedse energieconcern Vattenfall heeft in Denemarken de opdracht voor een groot zeewindpark gewonnen. De duurzame stroom uit het project kost de Denen slechts € 49,9 per megawattuur.
Update 9 november 2016: Het Deense windpark Kriegers Flak is nu ‘s werelds goedkoopste offshore windproject ooit. Met 600 megawatt is het tevens Denemarkens grootste windpark, goed voor de stroomvoorziening van 23 procent van de Deense huishoudens.
Vattenfall duikt met zijn winnende bod ruim 15 procent onder zijn eigen prijsrecord van nog geen twee maanden geleden. Kriegers Flak ligt bovendien bijna 10 kilometer verder uit de Deense kust dan het eveneens Deense near shore-windpark Vesterhav (zie het bericht hieronder). Dat Vattenfall in twee maanden zijn bod nog eens met ruim een cent per kilowattuur heeft kunnen aanscherpen, is daarmee extra opmerkelijk.
Het Deense prijsrecord biedt bovendien goede hoop dat de Nederlandse overheid ook op de tender voor het tweede deel van Windpark Borssele scherpe biedingen heeft ontvangen. Dat project ligt ongeveer even ver uit de Zeeuwse kust en is met grofweg 700 megawatt aan windmolens verregaand vergelijkbaar. Het ministerie van Economische Zaken maakt naar verwachting nog dit jaar het winnende bod bekend.
Hieronder het oorspronkelijke bericht van 12 september 2016.
Opnieuw prijsdoorbraak in offshore windenergie
Het Zweedse energieconcern Vattenfall heeft de aanbesteding voor een Deens zeewindpark gewonnen. Vattenfall verkoopt de opgewekte stroom uit het 350 megawatt grote windpark tegen een absolute recordprijs.
In juli 2016 verpletterde het Deense Dong Energy de prijs van offshore windstroom, met het Nederlandse zeewindpark Borssele. Nu is Dong voor zijn eigen kust overtroffen door Vattenfall, dat nog weer 15 procent onder de € 72,7 per megawattuur van Dong duikt.
“Met het winnen van deze tender bewijzen we dat we de kosten sneller kunnen verlagen dan ook wij zelf enkele jaren geleden voor mogelijk hielden”, zegt Vattenfall’s windtopman Gunnar Groebler. “Dit toont nog maar eens aan hoe concurrerend duurzame energie al is.” Het geplande windproject Vesterhav ligt 4 tot 6 kilometer uit de Deense westkust en bestaat uit een deel van 180 en een deel van 170 megawatt. Als de Deense overheid het plan goedkeurt, begint Vattenfall in 2019 met de bouw. De eerste stroom voor de recordprijs van 0,475 Deense Kroon (€ 0,06) per kilowattuur komt dan in 2020 het Deense stroomnet op.
Update 21 november 2016: Vattenfall mag dit project inderdaad bouwen. Ondanks bezwaren in verband met het uitzicht geeft het Deense parlement groen licht voor de windmolens dicht aan de kust.
Bron: Vattenfall / Imagecredit: Robin Dawe, via Vattenfall
Ontdek meer van WattisDuurzaam.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Dat is goed nieuws, al was het maar dat er dan geen kapitaaloverdracht van huishoudens naar exploitanten nodig is om de onrendabele top te financieren.
Lomito,
Lachen ! Ook zonder subsidie zal er gefinancierd moeten worden. Financiering gebeurt ook volledig vanuit een fossiel systeem en idem marktordening. Dus je gaat duurzame, laagenergetische opwekkingstechnologie financieren vanuit een onduurzaam, hoogenergetische structuur ? Hoe lang gaat dit goed ?
Thijs,
Het vergelijken van de kostprijs van stroom uit windmolens met die uit fossiele, thermische centrales, is totaal betekenisloos. Je doet net of aanbodgestuurde en vraaggestuurde productie hetzelfde is. Nergens ter wereld bestaan stand-alone stroomnetten die uitsluitend op windstroom draaien. Alle faciliteer- en balanceercomponenten op stroomnetten zijn altijd fossiel met een bepaalde prijs. Als je zelf de materie niet goed snapt, moet je het zeker niet uitleggen aan anderen en al zeker niet op een website.
Is de productie van chocolade-eitjes met allerhande vullingen verpakt in kleurige zilverfolies aanbod- of vraaggestuurd?
Thijs,
First things first, eerst eens uitleggen aan je lezertjes, waarom er in de echte wereld geen stroomnetten bestaan van uitsluitend windstroom. Daarna kunnen we doorpraten over de eitjes en kan eventueel de polonaise worden voortgezet.
Betekenis zit er in ieder geval in, dat er lang gezegd is (en nog..) dat duurzame stroom duurder zou zijn dan…
Ja: grootschalig zon en wind vraagt een heel andere organisatie van energievoorziening/gebruik. En áls dat duurder uit zal vallen dan de kosten (zover meegerekend) van de huidige energievoorziening, wat dan nog?